Begroting 2020 -2023

Lokale heffingen

Hondenbelasting

Hondenbelasting

Hoewel de hondenbelasting een algemene heffing is, wordt de opbrengst aangewend als dekkingsmiddel van de kosten van uitvoering van het hondenbeleid. Belangrijkste uitgangspunt van dit beleid is het bestrijden van overlast door honden. De grondslag voor de heffing is het aantal honden.
Omdat de kosten van uitvoering van het hondenbeleid en de kosten van invordering van de belasting ruimschoots gedekt worden uit de opbrengst hondenbelasting heeft uw raad bij de begrotingsbehandeling 2007 bepaald dat de tarieven op het niveau van het jaar 2006 bevroren worden. Eerst wanneer er weer een onderdekking ontstaat zouden de tarieven opnieuw bezien worden.
Voorgesteld wordt om in 2020 de tarieven als volgt vast te stellen:
De belasting bedraagt per belastingjaar:
a) voor een eerste hond      € 59,40
b) voor een tweede hond   € 87,12
c) voor een derde hond      € 104,76

In afwijking van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden

  • gehouden in kennels waarbij onder kennel wordt verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen en
  • welke aanwezig zijn in een door burgemeester en wethouders als zodanig erkend dierenpension per jaar € 296,64.

Op basis van de bestaande tarieven en het aantal geregistreerde honden wordt de opbrengst voor het jaar 2020 geraamd op een totaalbedrag van € 247.000.