Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing is een specifieke heffing bedoeld om de kosten van afvalverwijdering en –verwerking te dekken. De afvalstoffenheffing wordt geheven voor het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast tarief en een variabel tarief (ledigingentarief). Het uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing blijft kostendekkendheid.

Verwachte kosten
Het streven is om de afvalstoffenheffing kostendekkend te laten zijn. De afgelopen jaren is dat niet gelukt. Hierdoor is een negatieve reserve egalisatie afvalstoffen ontstaan. Voorgesteld wordt om deze aan te laten zuiveren ten laste van de algemene reserve.
In totaal verwacht de gemeente het komende jaar € 3.891.000 aan kosten te maken welke mogen worden toegerekend aan de afvalstoffenheffing.
De kosten vallen uiteen in kosten van het taakveld afval, het taakveld verkeer en vervoer en daarnaast een deel van de overhead dat wordt toegerekend aan deze activiteiten.

• Taakveld afval: dit betreft voornamelijk het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval. Ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder;
• Taakveld verkeer en vervoer (3,2%): het schoonmaken en schoonhouden van de wegen draagt bij aan een afvalvrije openbare ruimte. Deze kosten mogen daarom deels worden meegenomen in de afvalstoffenheffing;
• Taakveld overhead (9,5%): dit is het aandeel in de kosten die worden gemaakt voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Toerekening vindt plaats op basis van de totale directe kosten die betrekking hebben op de afvalstoffenheffing.

Herkomst middelen
Bij de bepaling van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de tarieven milieustraat wordt een volledige dekking van de kosten van afvalverwijdering en verwerking nagestreefd. Wanneer er door een verschuiving in het aangeboden afval alsnog een dekkingstekort of -overschot ontstaat, wordt dit onttrokken, respectievelijk toegevoegd aan de daartoe ingestelde egalisatiereserve.
Op basis van de geraamde kosten voor 2020 en het uitgangspunt om volledige kostendekkendheid na te streven stelt het college voor de afvalstoffenheffing voor 2020 te verhogen.
Uitgangspunt is om te komen tot kostendekkende tarieven. Voorgesteld wordt de variabele tarieven (inworp ondergrondse container, lediging PMD- en GFT minicontainers) gelijk te houden aan de tarieven 2019 en alleen het vastrecht te verhogen.
Voorgesteld wordt de tarieven op de milieustraat te verhogen met het NEA-indexcijfer van 4,9%. Dit betekent dat het tarief per aanlevering verhoogd wordt naar € 0,15 per kg met een minimum tarief van € 2,50.
Voorgesteld wordt om in 2020 de tarieven voor de afvalstoffenheffing als volgt vast te stellen:

Op basis van de stortgegevens van de ondergrondse containers over 7 maanden in 2019 blijkt dat per huishouden gemiddeld 0,95 keer per maand een inworp in de ondergrondse container wordt gedaan, dit betekent 11 inworpen op jaarbasis. Op basis van de huidige ledigingsgegevens blijkt dat een GFT minicontainer gemiddeld 11 keer per jaar ter lediging wordt aangeboden en de PMD-minicontainer 14 keer per jaar. Voor een gemiddeld huishouden resulteert dit in een afvalstoffenheffing van € 200,61  (€ 140,64 vastrecht + 0.95 X 12 x € 2,30 = € 26,22 restafval + € 33,75 gemiddeld bedrag voor ledigingen PMD- en GFT minicontainer),
Rekening houdend met bovenstaande tarieven wordt de totale opbrengst van de afvalstoffenheffing, inclusief de milieustraat, geraamd op een bedrag van € 3.891.000.