Begroting 2020 -2023

Financiering

Rentevisie

Rentevisie

Om onderbouwde financieringsbeslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk om een inschatting te maken van de toekomstige renteontwikkeling. Deze zogeheten rentevisie wordt jaarlijks opgesteld en is gebaseerd op de verwachtingen van diverse financiële instellingen.

In de begroting wordt een rente voor kortlopende leningen (≤ 1 jaar) en een rente voor langlopende leningen (> 1 jaar) gehanteerd. De ontwikkeling van de korte rente is vooral afhankelijk van de inflatie. De hoogte van de lange rente wordt vooral bepaald door de economische groei.

De korte en lange rente staan al enkele jaren op een erg laag niveau. In het tweede kwartaal van 2019 is de rente nog verder gedaald. Naar verwachting zal de lange rente in het tweede halfjaar van 2020 minimaal gaan stijgen. In de onderstaande tabel is de verwachte renteontwikkeling van een aantal grote banken in 2020 weergegeven.

Huidig

01-01-2020

31-12-2020

Rente begroting

Korte rente

-0,40%

-0,41%

-0,43%

0,00%

Lange rente

-0,13%

-0,12%

0,02%

0,50%

Op basis van deze verwachting is in de begroting 2020 gekozen voor een rente van 0% voor kortlopende geldleningen en 0,5% voor langlopende geldleningen. Voor de meerjarenbegroting wordt er echter vanuit gegaan dat de rentes weer zullen gaan stijgen. De rente voor langlopende geldleningen is zodoende voor de jaren 2021-2023 op 1% gezet.