Begroting 2020 -2023

Grondbeleid

Mutatie algemene reserve

Mutatie algemene reserve

De algemene reserve vervult een bufferfunctie voor de grondexploitaties. Via het jaarrekeningsaldo komen tekorten, voor zover die niet binnen de voorziening opgevangen kunnen worden, dan wel positieve resultaten op afgesloten complexen ten laste c.q. ten gunste van de  algemene reserve. In de begroting 2020 is al rekening gehouden met een waardering van de verliesvoorzieningen voor grondexploitaties tegen eindwaarde en met de verlaging van de renteparameter in de grondexploitatieberekeningen bij de jaarrekening 2019.

Vanwege de bufferfunctie die de algemene reserve vervult, is het verwachte verloop van de algemene reserve ook van belang. De algemene reserve vormt onderdeel van het weerstandsvermogen wat toereikend moet zijn om de risico’s, waaronder die van de grondexploitatie, op te vangen. In de paragraaf weerstandsvermogen is ook rekening gehouden met de benodigde bufferfunctie vanwege de risico’s die volgen uit de grondexploitaties.

Winstnemingen

Verplichte winstnemingen zijn in de begroting geraamd op basis de in het BBV voorgeschreven rekenmethode (de POC-methode). Winstneming gebeurt in deze methode naar rato van de gerealiseerde opbrengsten en kosten. Voor de winstneming zijn de specifieke projectrisico’s in mindering gebracht op de uiteindelijk te verwachten winst. De daadwerkelijke winstneming blijft de komende jaren afhankelijk van de ontwikkeling van het resultaat en ook de voortgang van verkopen en realisatie van uitgaven.

De winstnemingen komen ten gunste van de algemene reserve. Als later blijkt dat reeds genomen winsten (deels) moeten worden terug gedraaid (bij tegenvallende resultaten), dan komt het effect weer ten laste van de algemene reserve. De berekening van de winstneming en de verdeling van winstnemingen over de komende jaren gebeurt jaarlijks bij de totstandkoming van de jaarrekening. Deze berekening vormt vervolgens input voor de raming van het meerjarig verloop in de begroting en de jaarrekening.