Begroting 2020 -2023

Grondbeleid

Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen

Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen

De complexe en langdurige processen rondom projecten, brengen risico’s met zich mee. Dit kan leiden tot tegenvallende resultaten, waardoor verliezen hoger uit kunnen vallen dan verwacht. Verliezen zijn afgedekt met voorzieningen. Wanneer voorzieningen ontoereikend blijken, moet het gemeentelijk weerstandsvermogen toereikend zijn om aanvullende verliezen op te kunnen vangen.
Die risico’s bestaan uit algemene risico’s (prijs, planning en programma) en specifieke risico’s voor de projecten.
Bij de totstandkoming van de jaarrekening 2018, zijn nieuwe risicoanalyses opgesteld om het mogelijke effect van optredende risico’s in beeld te brengen. Dit zijn recente analyses en de uitkomsten hiervan vormen input voor de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting 2020.

Bij de risicoanalyse is gekeken naar de algemene risico’s op de onderdelen prijs, vertraging en programma. Aanvullend zijn de project specifieke risico’s per project in beeld gebracht. De mogelijke effecten van wijzigingen in het programma zijn nu opgenomen onder de project specifieke risico’s. Bovendien is op basis van een ingeschatte kans van optreden het mogelijk effect van alle gesignaleerde risico’s geschat. Dit leidt tot het volgende plaatje:

Algemene risico's

maximaal

kans

effect

- woningbouw: 5% tot 12,5%  lagere  grondprijs

     8.077.000

15% / 15%

   1.212.000

- bedrijfskavels: 10% tot 25% lagere grondprijs

    3.350.000

20% / 15%

       556.000

- woningbouw: 1 tot 2 jaar vertraging uitgifte

        1.063.000

15% / 15%

       159.000

- bedrijfskavels: 1 tot 2 jaar vertraging uitgifte

        1.458.000

20% / 15%

         224.000

  13.948.000

  2.151.000

- renterisico (langlopende projecten na 2022 1% extra)

2.724.000

30%

817.200

16.672.000

2.968.200

Projectspecifieke risico's

- grotere projecten 

   37.724.000

specifiek

   8.176.000

- overige projecten

114.300

30.700

- correctie voor dubbeling risico's

-6.306.578

specifiek

-1.451.718

31.532.222

6.754.982

48.204.222

9.723.182

Positieve complexen

-507.000

Benodigde weerstandscapaciteit

9.216.182

Algemene risico’s

De algemene risico’s zijn doorgerekend gelijktijdig met het opstellen van de jaarrekening 2018. Het maximale risico is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van een jaar eerder. Het betreft het risico dat de prijsontwikkeling en het uitgiftetempo bij de uitgifte van woningbouw-  en bedrijfslocaties kunnen tegenvallen.

Projectspecifieke risico’s

Het grootste deel van het maximale risico aan project specifieke risico’s komt door de projecten Steenenburg en De Grassen. Deze projecten hebben een hoge boekwaarde en het kan gebeuren dat een deel van de projecten niet doorgaat (bijvoorbeeld bij De Grassen als de ontsluitingsstructuur (GOL) niet tijdig is geregeld en bij de Steenenburg als met het nieuwe bestemmingsplan / planologisch regime onvoldoende bouwmogelijkheden mogelijk blijken).

Per saldo minimaal noodzakelijke weerstandscapaciteit voor grondexploitaties

Niet alle projectrisico’s zijn beïnvloedbaar. De opgestelde risicoprofielen geven echter wel inzicht of en op welke wijze het mogelijk is om de risico’s te beperken. Niet alle risico’s doen zich tegelijkertijd voor. Rekening houdend met de kans van optreden is het effect berekend op ongeveer € 9,7 miljoen. Voor dit bedrag is in de basis weerstandscapaciteit nodig om de risico’s op te kunnen vangen. Dit bedrag kan worden verlaagd, omdat tegenover een deel van de risico’s nog een positief geraamd projectresultaat is geraamd. Per saldo leidt dit tot een benodigde weerstandscapaciteit van € 9,2 miljoen voor wat betreft de grondexploitaties. Daarbij is al rekening gehouden met de verwachte kansen van optreden van de risico’s.
Zoals uit de paragraaf weerstandsvermogen blijkt, kan de benodigde buffer voor grondexploitaties binnen het beschikbare weerstandsvermogen opgevangen worden, waarmee de risico’s vanwege grondexploitaties voldoende zijn afgedekt.